J:
Barley: gerst
Basil: basilicum
Branch: tak
Briar: hondsroos of wilde roos
Briony: heggerank
Ceder / Cedar: ceder (houtsoort)
Clove: kruidnagel
Clover: klaver
Fern: varen
Lavender: lavendel
Mace: kamperfoelie?
Mahogany: houtsoort
Maple: esdoorn
Mos: mos
Saffron: saffraan
Sage: salie
Sequoia: mammoetboom
Teak: houtsoort
Tijm(en): kruid
Willow: wilg
Arend: spreekt voor zich
Beer: spreekt voor zich
Fos(se) : volgens mij is dit geen vosje maar een waterval of zo iets ?
Lumen : ster
Mees : spreekt voor zich
Raaf : spreekt voor zich
Raven : spreekt voor zich
Ravi : spreekt voor zich
Sky : spreekt voor zich
Thijm(en): een kruid?
Berk : boom
Vos : dier
Maas: de rivier?
Wolf : dier
Storm : spreekt voor zich
Mount : berg
Zomer: spreekt voor zich
M:
Acacia: peuldragende boom
Aloë: sierplant
Amarant: kattenstaart
Amaryllis: narcisachtige sierplant
Anemoon: ranonkelachtige plant
Angelica: engelwortel
Anise: anijs
Anthe: bloei
Arnica: kruid
Aster: sterrebloem
Azalea: heideachtige plant
Begonia: sierplant
Bloem: bloem
Bloesem, Blossom: bloesem
Bluebell: grasklokje
Bojoura: pioenroos
Bryony: heggerank
Camelia: Chinese of Japanse roos
Camille: kamille
Cayenne: Spaanse peper
Ceder: grote naaldboom
Cerise: kers
Cinnamon: kaneel
Cypress: altijdgroene naaldboom
Daffodil: narcis
Dahlia: dahlia
Daisy: madeliefje
Dille: kruid
Edelweiss: alpenplantje met witte bloemen
Elysium: laag plante met kleine witte bloemetjes
Erica: heide
Fleur, Flora, Flower: bloem
Forsythia: vroegbloeiende heester met gele bloemen
Fresia: plant met geurende bloemen uit Zuid Afrika
Gardenia: tuin
Genista: brem
Geranium: sierplant
Ginger: gember
Hazel: hazelaar
Heather: heide
Holly: hulst
Hortense: hortensia
Hyacinth: hyacint
Ianthe, Iona: viooltje
Iris: lisbloem
Ivy: klimop
Jasmijn: sierheester met sterk riekende witte bloemen
Laura / Laurel: laurier
Lavendel / Lavender: lavendel
Lelie, Lily: éénzaadlobbige plant. De witte wordt gezien als zinnebeeld van de reinheid
Linde: loofboom van het plantengeslacht Tilia
Lobelia: sierplantje, meestal met blauwe bloemetjes
Lotus: Aziatische of Egyptische waterlelie
Lupine: vlinderbloemige plant
Lyla: sering
Madelief: madelief
Magnolia: heester met tulpachtige bloemen
Margriet: plant uit het geslacht van de ganzebloemen
Marigold: goudsbloem
Mignon: anjer
Mimosa: plantengeslacht in (sub)tropische streken. Heester met gele bloemetjes
Myrthe: altijd groene heester
Narcis: geurige bolbloem
Olijfje, Olive: olijf, vrucht
Orchid: orchidee
Palma: palm
Pancy: driekleurig viooltje
Petunia: sierplant met grote trechtervormige bloemen
Peach: perzik
Poppy: papaver: klaproosachtige plant
Posey: boeketje bloemen
Primrose: sleutelbloem
Rhodé: roos
Roos: roos
Roosmarijn, Rosemary: rozemarijn: kruid
Rosa: roos
Rose: roos
Saffron: saffraan
Sage: salie
Salvia, Salvina: salvia
Sequoia: mammoetboom
Sering: sierheesterboom met nagelbloemen
Sorrel: zuring
Tamara: dadelpalm
Tansy: eetbare plant
Tuin: tuin
Tulip: tulp
Vanilla: vanille
Verbena: sierbloem
Veronica: ereprijs
Viola: viooltje
Yasmine: jasmijn
Zinnia: sierplant uit Mexico
Danica
Dille
Estelle
Ginger
Lumen
Maan/Mane
Mare
Merel
Minthe
Moon
Mus
Nieve
Nova
Solane
Skye
Sterre
Tara
Yara
Zwaan
meisjes:
Fleur (betekent natuurlijk Bloem in het Frans)
Jasmijn
Dille
Mirre
Venne
Pom(me) (betekent appel in het Frans)
Hyacint
Robijn
Zee
Tuin
Mus
Mees
Sterre
Savanne
Flora
Lune
Luna
Faya ( = vuur)
madelief
lily
bloem
beryl (=een steen)
crystal
pearl
ruby
silver
Skye
Sterre
Beryl
Amber
Mint
Mus
Muis
Merel
Linde
Lente
Mirthe (bloem)
Roos/Rosa/Rosalind
Veertje
Feather
Birdie
Bloem(e)
Fee/Feë
Zee/Zeë
Rozemijn
Acacia = doornachtige plant met witte bloemen
Alani = hawaiiaans ‘sinaasappel of sinaasappelboom’
Alizée = passaatwind
Almas = arabisch ‘diamant’
Aloë = vetplant
Amaryllis = narcisachtige sierplant
Amber = arabisch ‘goudkleurige barnsteen’
Anemoon = ranonkelachtige plant
Anise = engels/frans ‘anijs’
Anthe = grieks ‘bloem’
Anthea = grieks ‘bloesem’
April = latijn ‘opening’ - bij de Romeinen was April de 2de maand van het jaar, dus de opening/begin vh jaar
Aqua = latijn ‘water’
Ardith = hebreeuws ‘bloemveld’
Arizona = indianennaam ‘kleine bron’
Arnica = valkruid, medicinale plant
Ashley = engels ‘weide met esbomen’
Aster = [ook jongensnaam] ‘ster’ en ‘naam van een stervormige bloem’
Aurora = latijn ‘morgenstond’
Aurelia = latijn ‘goud’ of ‘luchtstroom, bries’
Autumn = engels ‘herfst’
Avalon = legende van koning Arthur ‘eiland van appels’ - naam van het eiland waar koning Arthur is begraven
Aviva(h) = hebreeuws ‘lente, voorjaar’
Ayla = turks ‘maanlicht’
Azalea = rododendronsoort - heideachtige plant
Azucena = spaans ‘lelie’
Bahar = perzisch ‘lente’
Bambou
Begonia = sierplant
Blijke = fries ‘lichtstraal, bliksemstraal’
Bloem(e) / Blom(me)
Blossom = engels ‘bloesem’
Bluebell = engels ‘grasklokje’ (bloem)
Bluette = frans ‘korenbloem’
Bluma = joods ‘bloem’
Bojoura = slavisch ‘pioenroos’
Bora = albanees ‘storm’
Brinwen = keltisch ‘lichtkleurige bloem’
Brook / Brooke / Brooks [ook jongensnaam] = engels ‘beekje’
Bryonia / Bryony = soort komkommerplant die veel gebruikt wordt als homeopathisch middel
Caja = naam uit Cornwall ‘madeliefje’
Camee = gesneden edelsteen
Camelia = ‘chinese roos’ of ‘japanse roos’
Cannelle = frans ‘kaneel’
Capucine = frans ‘oostindische kers’
Cari = turks ‘stromen als water’
Carnelian = naam van een edelsteen - in de dierenriem de geboortesteen van de maagd en verbonden met de maand augustus
Caroun = armeens ‘lente, voorjaar’
Castalie = griekse mythologie - een bron op de berg Parnassus, gewijd aan Apollo en de muzen
Cayenne = spaanse peper genoemd naar de zuidamerikaanse stad Cayenne
Celosia = tropische plant met donkerpaarse bloemen
Centella = geurende bloem met holle stengels - meerdere soorten hebben oestrogene eigenschappen en zijn lang in gebruik geweest als volksmedicijn voor anticonceptie.
Ceres = latijn - Romeinse godin vd landbouw en de vruchtbaarheid
Cerise = frans ‘kers’
Chablis = frans - naam ve wijnsoort en een plaatsnaam
Cheyenne = indianennaam ‘heldere maan bij heldere nacht’ - ook naam ve indianenstam en de hoofdstad van Wyoming (USA)
Cinnamon = engels ‘kaneel’
Colomba = italiaans en spaans ‘duif’
Coralia = spaans ‘koraal’
Cypress = engels ‘cipres’- altijdgroene naaldboom en houtsoort
Cyprille = frans ‘afkomstig uit Cypres’
Parvaneh
Dafne / Daphne = grieks ‘laurier’
Daisey = engels ‘madliefje’
Daliah = hebreeuws ‘tak’ en naam vam eem bloem
Dawn = engels ‘morgenstond’
Day = engels ‘dag’
Delphine = frans ‘dolfijn’ of ‘uit Delphi’
Demeter / Demi = griekse mythologie ‘moeder aarde’
Diana = romeinse mythologie, godin vd jacht en de maan
Diantha / Dianthe = grieks ‘goddelijke bloem’
Dille = keukenkruid
Dimona = hebreeuws ‘rivierloop’
Dinorah = armeens ‘licht’
Dorisa = hawaiiaans ‘van de zee’
Dysis = grieks ‘zonsopgang’
Eglantine = ‘bloem vd egelantier’
Einav = hebreeuws ‘druif’
Ekin = turks ‘oogst’
Ela = turks ‘barnsteenkleurige ogen’ - sanskrit ‘aarde’
Elah = hebreeuws ‘limoenboom’
Eldoris = grieks ‘van de zee’
Eleïs = frans - naam ve palmboom
Eliodora = italiaans ‘geschenk vd zon’
Elmas = armeens/turks ‘diamant’
Elora = grieks ‘licht’
Emerald / Émeraude / Esmeralda ‘smaragd’
Eos = griekse mythologie - godin van de dagenraad
Erica = heideplantje
Esen = turks ‘wind’
Estelle / Étoile = frans ‘ster’
Ester / Esther = perzisch en Bijbels ‘ster’
Estrella = spaans ‘ster’
Evanthe = grieks ‘mooie bloem’
Fairouz / Fairuza = arabisch ‘turkois’
Fern (ook jongensnaam) = engels ‘varenplant’
Fidan = turks ‘jonge boom’
Filiz = turks ‘bloesemtak’
Filomena / Filomijn = grieks ‘liefhebster van kleinvee’ - ‘liefhebster van appels’
Fiorella = italiaans ‘bloempje’
Fjolla = albanees ‘viooltje’
Freesia = snijbloem
Freya = germaanse/scandinavische mythologie - godinvd liefde en vh bos
Funda = turks = ‘warmte’
Marjolein
Zonne
Lente
Winter
Jade
Roos
Rozemarijn
Zitten heel wat dubbelen bij. Met dank aan:
Marie-Louise
Jizz
Katrien
Amber
Mar10emiene
Lieve
Bayou